Robotklas

Twee leerlingen gaan de klas uit: zij zijn de ‘debuggers’. De rest van de klas
spreekt af dat zij robots zijn en één leerling is programmeur. Deze
programmeur bepaalt welke ‘bug’ de robots hebben – met andere woorden
in welk gedrag ze ‘vastlopen’, bijvoorbeeld dat iedereen aan zijn neus krabt
als de debuggers iets vragen of dat iedereen een antwoord op de vraag van
de debuggers begint met de letter a. Dan komen de debuggers terug en die
mogen de robots vragen stellen, bijvoorbeeld: "Wat heb je
vandaag allemaal gedaan?". In het antwoord moet dan de bug verwerkt zijn.
Dus de leerling krabt even aan zijn neus, of zegt: "Afgewassen, meneer de
debugger”. De debuggers moeten raden wat de bug is.

Lesdoelen CT

  • De leerling leert patronen herkennen in geschiedenis, kunst en sociaal gedrag

Lesdoelen

Benodigdheden

Geen

Over deze les

Tijdsduur ± minuten
Type Energizer
Organisatie Klassikaal
Leeftijd Middenbouw, Bovenbouw

Heeft u vragen?

Neem contact op